Londen, 1905. Een familievader wordt op een nacht meegenomen door twee vreemde heren, tot grote ontsteltenis van zijn vrouw en zijn kinderen Roberta, Phyllis en Peter. Het leven van de kinderen wordt verder overhoop gehaald als hun moeder hen vertelt dat ze wegens geldgebrek Londen moeten inruilen voor een leven op het platteland. Daar raken ze bevriend met de sympathieke kruier Perks, die in het plaatselijke station werkt. Hun leven begint zich meer en meer rond de spoorweg af te spelen. Roberta ontdekt een stukje van een oude krant waarop staat dat hun vader op beschuldiging van hoogverraad in de gevangenis zit. Roberta besluit dit verschrikkelijke geheim voor zichzelf houden...