New Orleans, 1840. De Vieux Carré, één van de stadswijken, wordt aan de vooravond van de Amerikaanse burgeroorlog bewoond door de 'gens de couleur libre', een relatief geprivilegieerde groep van halfbloeden. Zo is er de 16-jarige Marcel, de bijzonder knappe zoon van de blanke Phillippe Ferronaire en diens zwarte maîtresse Cecile. Marcel is ambitieus en wil zijn plaats in de wereld veroveren, maar wordt geleidelijk geconfronteerd met de beperkingen van zijn afkomst. Hij kan niet verder studeren en mag niet trouwen met het meisje dat hij graag ziet. Marcel rebelleert, maar geraakt in het veranderende tijdsklimaat in de aanloop naar de oorlog gevangen in het niemandsland tussen de privileges van de blanken en de onderdrukking van de zwarten.